Om
12:00 uur bereiken we onder een brandende zon Castione Marchesi. Wij
nuttigen een kopje wandelsmeerolie in de plaatselijke bar en proberen
verbinding te maken met het Internet, echter zoals zo vaak zonder
resultaat. Wij vervolgen onze tocht door een nog steeds vlak en voor
ons weinig inspirerend landschap. Wij lopen langs enorm grote
landbouwpercelen. Gelukkig zien we aan de horizon de vage contouren
van de Apennijnen opdoemen. Daar verheugen wij ons nu al op. Rond
17:00 uur bereiken we Fidenza. We beginnen onmiddellijk met het
zoeken van een slaapplek. Hotels zijn gesloten of vol. Bij de kassa
van het museum van de dom van Fidenza geven twee oudere dames ons het
dringende advies om naar het klooster San Francesco te gaan. Daar
zijn Pelgrims altijd welkom. Het klooster ligt helemaal buiten het
centrum. Als we er eindelijk aankomen en aanbellen maakt een broeder
(of is het een pater?) de deur open en begint direct met twee handen
te zwaaien van nee, nee, nee, ze zijn gesloten voor pelgrims en gaan
pas half mei weer open. Als ik vraag of hij een andere mogelijkheid
weet waar we kunnen slapen, zegt hij dat we het maar in het Centrum
van Fidenza moeten proberen. Dat schiet lekker op, daar komen we net
vandaan. Als we vragen om een naam of telefoonnummer van een
slaapgelegenheid in het centrum trekt hij zijn schouders op en zegt
dat hij die niet heeft. Dit lid van het grondpersoneel van onze Lieve
Heer moet nodig een opfriscursus service aan de medemens volgen.
Gelukkig is hij een uitzondering en ontmoeten wij onderweg heel veel
bijzonder vriendelijke en hulpvaardige mensen. Zoals spoedig weer zal
blijken. Als we om 19:00 weer terug lopen naar het centrum en wachten
bij een stoplicht. Spreken ons een vrouw en een man aan met de vraag
of we op weg zijn naar Rome en een slaapplaats zoeken. Als wij dat
bevestigen, zegt de vrouw dat het met hotels in Fidenza niet zo goed
gesteld is. Maar geen nood, vlakbij is het klooster San Francesco en
daar kunnen we slapen.
Als
we zeggen dat we daar net geweest zijn en het klooster gesloten is
gaan de vrouw en de man over in de "Turbostand".
Ze
lopen helemaal met ons mee naar het centrum en onderweg vertellen ze
vol enthousiasme dat ze het volgend jaar samen naar Santiago de
Compostella willen lopen. Ze laten er geen twijfel over bestaan,
pelgrims moeten geholpen worden. Ze rennen met ons straat in straat
uit en vragen regelmatig ergens of er nog kamers beschikbaar zijn.
Dan is het eindelijk raak, boven een bar met de naam Irish Pub is een
kamer vrij. Wij bedanken ons hartelijk bij de zeer behulpzame man en
vrouw, maar ze vinden het allemaal van vanzelfsprekend en ze wensen
ons nog een goede reis en wij moeten de groeten doen aan ik Pape. Dat
beloven we, maar het kan wel even duren.
Om
20:30 schuiven we in de Irish Pub aan voor het Irish Pub diner dat
volgens de overdreven druk pratende Italiaanse eigenaar/kok van
topklasse is. Wij laten ons verrassen en worden voor de eerste keer
tijdens deze wandeltocht, wat eten betreft, zwaar teleurgesteld.
Eigen
schuld! Ierse kost valt in Ierland al tegen en in Italië helemaal.
Voor
het slapen gaan heeft Anny nog een consult bij blarendokter. De
diagnose van de blarendokter is snel duidelijk, er zijn door de 28, 5
km van vandaag 2 blaren bijgekomen. Volgens Anny een bijzonder
gunstig resultaat. Volgens de blarendokter komt het totaal aantal
blaren nu in aanmerking voor vermelding in het Guinness Book of
Records.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten