27-04-2015, Noodweer en terugreis.

Als wij om 7:30 uur wakker worden en naar buiten kijken is de lucht muisgrijs en de regen valt met bakken uit de hemel. In de verte zien we nog net onze drie Italiaanse vrienden, ingepakt in regenkleding, in de nevel verdwijnen richting het 34 km verder gelegen Aulla.
Volgens het weerbericht zal het vandaag niet ophouden met regenen en ook voor de komende dagen is veel regen aangekondigd. Wij hebben nog drie dagen tijd alvorens wij weer terug moeten naar Viggiona, maar onder deze omstandigheden over smalle en soms steile paadjes lopen vinden wij niet verantwoord. Daarom besluiten wij om in Pontremoli te stoppen met wandelen en er bij leven en welzijn in september of oktober terug te keren voor een vervolg van de Via Francigena.
Wij pakken onze rugzakken in en trekken onze regenkleding aan. Wij lopen door de stortregen naar het centrum om de Dom te bezichtigen. In de Dom is het gelukkig droog zodat we ons daar de tijd nemen om alles te goed te bezichtigen. Als we weer naar buiten gaan hopen wij dat het droog is, maar niets is minder waar. Wij vluchten een bar in waar we stevig ontbijten. In de bar zitten ook twee Franse meisjes te bibberen van de kou, ze zijn door en door nat en zijn met de fiets onderweg van Pavia naar Florence. Wachten op droog weer heeft geen zin, daarom lopen wij door de plensregen naar het kleine Station buiten het centrum van Pontremoli. Als we onze kaartjes gekocht hebben blijkt dat we nog een klein uur moeten wachten op de trein van 10:58 uur die ons naar Parma moet brengen. Wij maken het ons in de kleine rustige stationshal gemakkelijk op een bankje en lezen in onze wandelgids nog eens na wat wij vandaag op de etappe van Pontremoli naar Aulla allemaal hadden moeten tegenkomen. Dan gaat plotseling de deur van de stationshal open en verschijnen onze drijfnatte drie Italiaanse vrienden. Ze hebben zich omgedraaid omdat de paden veranderd waren in kleine beekjes en lopen zo goed als onmogelijk was, ze willen nu met de trein naar Aulla gaan. Ze trekken hun regenkleding uit en doen hun rugzakken af. Als ze kaartjes kopen komen ze er achter dat de trein naar Aulla over drie minuten vertrekt. Ze zijn in de veronderstelling dat wij ook naar Aulla willen. Wij kunnen ze nog net vertellen dat wij teruggaan naar huis en in september of oktober terug willen keren naar Pontremoli voor een vervolg van de Via Francigena. Gehaast nemen ze afscheid van ons en verdwijnen richting het perron waar de trein al staat te wachten. Als de trein vertrekt zien we in een hoek nog een wandelstok staan....haastige spoed is zelden goed.

Om even voor 17:00 uur stappen we uit de trein op het station van Verbania Pallanza en het regend nog steeds. Wij moeten met de bus naar Intra die volgens onze informatie over 10 minuten vertrekt. Als de bus voor het station stopt en wij willen instappen vraagt een Italiaanse mevrouw met een koffer of dit de bus naar het centrum van Intra is. Wij zeggen dat wij denken van wel, maar dat wij het niet 100% zeker weten. Navraag bij de chauffeur geeft zekerheid dat zowel wij als de mevrouw met de koffer in de juiste bus stappen. De mevrouw heeft ondertussen aan ons Italiaans gehoord dat wij vreemdem zijn en gaat verder in het Duits. Ze vertelt dat ze met de trein uit Bergamo is gekomen en naar Cannero-Riviera gaat om haar dochter te bezoeken die daar bij Hapimag werkt. Als wij vertellen dat wij naar Viggiona moeten en terug komen van een wandeltocht over de Via Francigena wordt de mevrouw een en al oor. Ze vertelt dat ze 40 jaar geleden met een groep mensen over de Via Francigena van Pavia naar Pontremoli is gelopen. Als wij vertellen dat wij nu uit Pontremoli komen wordt de verbazing alleen maar groter. Ondertussen zijn we al in het centrum van Intra en moeten uitstappen en een bus naar Cannero-Riviera zien te krijgen. Op het bordje bij de bushalte blijkt dat bus naar Cannero-Riviera pas over meer dan anderhalf uur vertrekt. Dat valt tegen, maar geen nood de mevrouw gaat haar dochter bellen, dat die ons met de auto komt halen. Als wij wachten op de dochter vertelt de mevrouw dat ze vroeger in Pavia aan de universiteit heeft gestudeerd en de omgeving heel goed kent. Dat blijkt wel als ze ons o.a. over de Dom van Pontremoli dingen vertelt die wij vanmorgen nog met eigen ogen hebben gezien. Ook van de Via Francigena kent ze vanaf Canterbury tot Rome het gehele verloop van de route tot in detail. Als wij aandachtig naar de mevrouw luisteren stopt voor ons een rode Citroen van de dochter. Onze rugzakken mogen in de kofferbak en daarna snel instappen want het regend nog steeds ontzettend hard. De dochter wordt door moeder snel bijgepraat dat we de Via Francigena hebben gelopen net zoals zij vroeger. De dochter vertelt entoesiast over haar werk aan de receptie bij Hapimag en voor dat we er erg in hebben zijn we al in Cannero-Riviera en vraagt de dochter waar we eigenlijk naar toe moeten. Wij zeggen dat we om 19:00 uur vanaf Cannero-Riviera het busje willen nemen naar Viggiona. Daar ben ik gisteren nog geweest roept ze en heb gegeten bij Ristorante Usignolo. Naar Viggiona dat zijn maar 4 km! Ze slaat linksaf richting Trarego-Viggiona en vertelt hoe heerlijk ze gegeten heeft bij Usignolo en voordat ze klaar is met haar lofzang over alle heerlijkheden zijn we al bij onze inrit. Ze stopt voor de poort en nadat wij onze rugzakken uit de kofferbak hebben genomen bedanken wij moeder en dochter hartelijk voor de zeer plezierige en interessante kennismaking en voor de geweldige taxi service. Wij willen de dochter iets geven maar ze wil absoluut niets aannemen. Als Anny zegt dat ze dan in de komende dagen maar een keer een kop koffie of een glas wijn met moeder moet komen drinken zijn zowel dochter als moeder direct entoesiast. Enig probleem ze kunnen alleen morgen omdat moeder overmorgen alweer terug gaat naar Bergamo.
Voor ons geen probleem en de volgende dag even voor 18:00 gaat de bel. De begroeting met moeder en dochter is alsof we elkaar al 50 jaar kennen. Onder het genot van koffie en taart komt het gesprek alweer gauw op de Via Francigena en zelfs op de Grande Traversate delle Alpi (GTA), want ook in de Zeealpen heeft moeder in het verleden met haar man veel bergwandelingen gemaakt en ze kan als een soort lopende encyclopedie namen noemen van plaatsen, passen en berghutten en ook over de laatste GTA-etappe naar Ventimiglia vertelt ze zeer gedetailleerd. Helaas is haar man sinds een aantal jaren hartpatiënt waardoor bergwandelingen niet meer tot de mogelijkheden behoren.
De tijd vliegt en om 20:00 uur willen Daniella en Giovanna vertrekken, maar niet voordat moeder Daniella ons van harte uitnodigt om spoedig naar Bergamo te komen. De uitlopers van de Alpen rondom Bergamo kent ze als haar broekzak en je kunt er heerlijke wandelingen maken. Wij zeggen dat we eerst over anderhalve week met vrienden drie dagen over de Hunsrück Steig in de omgeving van Idar Oberstein moeten gaan wandelen. Ook de Hunsrück heeft voor moeder geen geheimen want ze noemt uit de losse pols een aantal plaatsnamen waar ze ooit geweest is. Ons verbaast niets meer....

De twee weken Via Francigena waren voor ons een onvergetelijk avontuur met iedere dag een of meerdere ontmoetingen met zeer bijzondere mensen en natuurlijk met kat Francigena.
Pelgrims waren we alleen als het ons goed uit kwam, verder hebben we met al het pelgrimeren niet zoveel. Desalniettemin hebben wij respect voor alle pelgrims die dit uit volle spirituele of religieuze overtuiging doen en verwachten of denken er voor zichzelf iets in te vinden. Voor ons was het niets meer en niets minder dan een bijzonder mooie en interessante wandeltocht over een eeuwenoud pelgrimspad. Het verzamelen van de stempels was voor ons een leuke manier om met mensen in contact te komen. Bij leven en welzijn komen wij zeker terug om de Via Francigena te vervolgen richting Rome.


26-04-2015, Berceto - Pontremoli

Voor vandaag staat een pittige etappe op het programma. In ons Via Francigena boekje aangegeven met negen en een halfuur zuivere wandeltijd en er moeten ongeveer 1000 hoogtemeters geklommen en 1560 hoogtemeters gedaald worden. Niets voor iemand met rugpijn en voeten die vol zitten met blaren. Daarom wil Anny vandaag de bus nemen naar Pontremoli. Ik vertrek, na een karig ontbijt, om 7:00 uur. Het is zwaar bewolkt en naarmate ik hoger kom wordt het steeds mistiger. Als ik om 9:30 het steenmannetje op de monte Valoria bereik zou ik volgens de beschrijving in ons boekje een indrukwekkend 360 graden pannoramo moeten hebben. In werkelijkheid kan ik door de nevel naar alle kanten maar 10 meter van mij af kijken en het is door hevige windvlagen ijzig koud. De Monte Valoria is met 1230 meter het hoogste punt van de Via Francigena in de Apenijnen.
Als ik een foto heb gemaakt van het steenmannetje en weer wil doorlopen gaat mijn Telefoon. Anny aan lijn met de treurige mededeling dat er op zondag geen bussen lopen naar Pontremoli. Maar een vrouw die ze heeft ontmoet bij de Dom heeft vervoer voor haar geregeld. De vrouw zal haar man opdracht geven om Anny met de auto naar de 1041 meter hoge Cisa pas te brengen. Voor mij is het een vaag verhaal, maar we spreken af dat ik op Cisa pas zal wachten. Ik daal af naar Cisapas, de wind gaat iets liggen en af en toe breekt zelfs de zon even door. Vanaf het bospad dat ik volg zie ik tegen 11:00 uur de asfalt weg die naar de Cisapas voert. Even later zie ik langs de asfaltweg ook het bord met het opschrift "Passo Cisa" staan. Over een grashelling daal ik af naar het bord. Terwijl  ik een foto neem van het bord hoor ik achter mij tuut, tuut, tuut. Als ik omkijk zie ik een grijze pickup naderen. Pas als de auto bij mij stopt zie ik Anny naast de chauffeur zitten en in het open laadbakje ligt haar rugzak. Volgens de zeer vriendelijke man is het vanaf de Ciscapas over de sentiero nog zeker zes en een halfuur zuivere looptijd naar Pontremoli. Volgens de man is de sentiero prachtig en zeer de moeite waard. Terloops vertelt hij nog dat er in de Apenijnen een aantal roedels wolven voorkomen.
De man wil voor zijn bijzondere service niets hebben en wenst ons nog een una buona giornata e un buon cammino. Pas als Anny blijft aandringen dat hij 10 euro aan neemt gaat de man overstag. Als de man zwaaiend wegrijdt valt mij op de auto een sticker op met Coop. Forestale Passo Cisa. Dat verklaart dat de man weet waar over hij praat. Nu staan we samen op de Cisa pas, maar hoe moet het nu verder? We besluiten dat Anny over de weg naar het ongeveer 20 km verder gelegen Pontremoli loopt en dat ik de sentiero ga volgen. Wij sterken ons in de bar op de pas nog met een panino en een cappuccino en nemen om even voor 12:00 uur weer afscheid van elkaar. Ik kijk Anny nog na, tot ze met een ferme tred, in een bocht van de weg uit het zicht verdwenen is. Ik begin achter de kapel op de pas aan de sentiero en loop na een tiental meters door een soort ereboog de regio Toscana in, waar ik officieel word begroet door een kudde blèrende schapen. Het zicht is ondertussen iets beter geworden zodat ik hier en daar kan genieten van de geweldige vergezichten. De man van de Coop. Forestrale Passo Cisa heeft niets te veel beloofd, het is een prachtige wandeling en de vele bloeiende planten die ik tegenkom maakt het geheel nog aantrekkelijker. De sentiero loopt door de gehuchtjes Cavezzana d'Antena  en Casalina waar de tijd lijkt te hebben stil gestaan. De sentiero is lang maar niet moeilijk, een weggeslagen hangbrug zorgde nog voor een avontuurlijk accentje. Maar met wat kunst en vliegwerk ben ik aan de overkant gekomen. Om 17:15 belt Anny dat ze zonder problemen in Pontremoli is aangekomen en ze onderweg de twee Italiaanse mannen en de vrouw is tegengekomen waarmee we eergisteren zo gezellig samen hebben gegeten. Ze gaat met de Italianen naar het Ostello Castello del Piagnaro om een slaapplekje te reserveren. Als ik op mijn telefoon zie dat het al 17:15 uur is realiseer ik mij dat ik te lang getreuzeld heb en ik flink gas moet geven wil ik voor het donker in Pontremoli zijn.
Pas om even voor 20:00 uur zie ik Pontremoli beneden in het dal liggen en even later gaat de telefoon. Anny wil weten waar ik ben en of ik vandaag nog in Pontremoli wil aankomen. Wij spreken af voor de Dom van Pontremoli. Het is na 20:45 als ik in de schemering via de brug over de rivier de Magra het sfeervol verlichte oude centrum van Pontremoli in loop. Al van ver zie ik Anny op het plein voor de imposante Dom ongeduldig heen en weer lopen. Als ze mij ziet is ze duidelijk opgelucht dat we weer herenigd zijn. Wij lopen samen door het prachtige eeuwenoude centrum van Pontremoli op zoek naar een restaurant want we rammelen allebei van de honger. Het kleine gezellige restaurantje waar we binnengaan blijkt een echte voltreffer. We eten voortreffelijk, een mooie afsluiting van een vermoeiende maar onvergetelijke dag. 
















25-04-2015, Cassio - Berceto

Na een goede nachtrust is Anny als herboren. Vandaag wilden we weer gezellig met z'n tweeën gaan lopen.
Maar het liep anders want een groot gedeelte van de etappe hebben wij met z'n drieën gelopen. Opeens sprong hij of zij uit het struikgewas en begroette ons met een hartverscheurend gemiauw en streek met zijn kopje langs onze broekspijpen. Zover als we konden kijken was nergens een huis te zien waar de jonge kat zou kunnen thuis horen. Het beestje was duidelijk heel blij met ons en volgde ons op de voet. We noemden de kat Francigena en vroegen ons af hoe het vanavond in het Hotel zou moeten met Francigena. Wil Francigena bij ons in bed slapen of moet er een extra bed op de kamer geplaatst worden? Hebben ze in het Hotel een kattebak? Lust Francigena brokjes of alleen maar muizen? Wij hebben veel vragen en geen antwoorden. Francigena heeft helemaal geen vragen en is vastbesloten om met ons samen richting Rome te lopen. De speelse  Francigena snort dat het een lieve lust is en is duidelijk met ons in haar sas. Nadat Francigena meer dan 5 km niet van onze zijde is geweken komen wij langs een boerderij.  Wij overleggen even en denken dat het voor Francigena  beter is als we hem of haar bij de boerderij ter adoptie aanbieden. We bellen aan en Francigena is van harte welkom.
Als we vertrekken lopen de emoties, zowel bij ons als bij Francigena, hoog op.
Wij klimmen in gedachten verzonken naar San Gennesio, met 953 meter het hoogste punt van deze etappe. Daarna dalen wij probleemloos af richting Berceto. Net voor Berceto is er nog een kort maar zeer steil klimmetje waar Anny het, mede door de blaren en rugpijn, even te kwaad krijgt. Maar haar goede humeur keert weer snel terug en even voor 16:00 uur wandelen wij over een mooie oude mulattieri Berceto binnen, waar wegens de dag van de vrijheid allerlei activiteiten plaatsvinden. Wij kijken bij een aantal kraampjes met o.a. prullaria en oude boeken. Wat ons interesse heeft is allemaal te zwaar voor in de rugzak. Wij besluiten om vandaag niet verder te lopen en zoeken een hotel, bestellen een glasbier en vragen ons af hoe het met Francigena is...







24-04-2015, Fornovo - Cassio

Anny gaat vanmiddag met de bus naar Cassio dat op een hoogte van 810 meter ligt. Ik ben om 8:00 uur vertrokken. Al meer dan een week heb ik mijn stokken niet meer gebruikt, maar vandaag heb ik ze hard nodig. Vanuit Fornovo gaat het direct flink omhoog. Na enkele kilometers haal ik drie mensen in met een rugzak. Het zijn twee Italiaanse mannen en een vrouw. Ze zijn vandaag in Fornovo aan de Via Francigena begonnen en willen ze volgen tot Lucca.
Voordat ik doorloop laat ik ze nog een foto van mij maken.
In Sivizzano, dat we gisteren al hadden willen bereiken, sla ik in een winkeltje water en broodjes in. In de plaatselijke bar investeer ik 1,40 Euro in een heerlijke cappuccino en bekijk nog eens het vervolg van mijn route. Volgens mijn boekje moet ik nog 880 meter klimmen en 300 meter dalen. Het blijkt een prachtige wandelroute over een grote variatie aan wegen en paadjes,  door piepkleine dorpjes en met fantastische vergezichten. Het is heerlijk stil en de frisse berglucht doet me goed. Puur genieten! Om 16:30 uur ben ik in Cassio en zie Anny voor het Hotel op het terras zitten achter een groot glas rode wijn. Ze is druk aan het keuvelen met een niet meer zo piepjonge inwoner van Cassio. Volgens Anny heeft ze van de man al 5 grote glazen rode wijn moeten drinken. Ze spreekt met de man sneller Italiaans, met zwaar Tegelijk accent , dan ik het ooit gehoord heb.
Om 20:00 uur zitten we helemaal alleen in het restaurant voor het avondeten.  Om 20:30 komen nog drie mensen binnen. Het zijn de twee Italiaanse mannen en de vrouw die ik vanmorgen
tijdens mijn wandeling al was tegengekomen. Het blijken vrolijke wandelaars, die bovendien goed gedocumenteerd zijn over de Via Francigena. We hebben nog een gezellige avond samen.









23-04-2015, Medesano- Fornovo

Omdat wij in ons hotel voor 10:00 geen ontbijt krijgen, ontbijten wij uit onze rugzakken op het marktplein in Fossano. Om 8:30 verlaten wij Medesano.
Na een beetje klimmen en weer dalen komen we in het plaatsje Felegar. Bij de kerk stopt een autobus. Er stappen mensen uit waaronder een pastoor die met twee grote koffers naar de pastorie langste de kerk loopt. Anny heeft het beheer van onze stempelkaarten op zich genomen en grijpt iedere kans aan om een stempel te vergaren. Zo ook nu, ze bedenkt zich geen moment en loopt in draf naar de pastoor die al bezig is om de voordeur te openen. De arme man die net terugkomt van een vierdaagse busreis naar Lourdes weet niet wat hem overkomt. Heel langzaam dringt het tot hem door dat deze vrouw helaas alleen maar een stempel van hem wil. Nadat de stempel van de parochie Felegar aan onze inmiddels zeer zeldzame verzameling stempels is toegevoegd lopen wij naar de rivier de Taro en langs de Taro door het Parco Fluviale richting Ramiola. Wij genieten van veel bloeiende  planten waaronder blauwe en witte irissen. In Ramiola lopen wij via de brug over de rivier de Taro naar Fornovo.
Anny heeft vandaag niet haar beste dag en daarom nemen we om 14:30 in Fornovo een hotel. We bekijken in de namiddag op ons gemak de kleine dom en het oude centrum van Fornovo. Op een terrasje bekijken we de relatief zware etappe van morgen. We besluiten dat ik morgen alleen loop en dat Anny de bus zal nemen naar het 810 meter hoog gelegen plaatsje Cassio.














Trots

Als het 12:00 uur is zijn we in het plaatsje Costa Mezzano waar we een restaurantje zien liggen. Wij hebben honger en nemen plaats op het overdekte terras. Als de ober naar ons toe komt om de bestelling op te nemen, is zijn de eerste vraag. Waar komen jullie vandaan? Als wij zeggen uit Ollanda rent hij weer naar binnen en komt terug met een Nederlanstalig boek met de titel "Vier vrije voeten" van Guus Wesselink en Riet van Laake.
De ober stelt zich voor als Oliviero en hij is zo trots als een pauw dat een foto van hem in het Nederlandse boek staat. Verder komt hij nog op de proppen met een ansichtkaart die de auteurs van het boek hem gestuurd hebben en een stempel voor het stempelen van onze stempelkaarten. Oliviero leest ons trots de tekst op de ansichtkaart voor en als hij ons zijn foto in het boek laat zien, kookt hij over van enthousiasme. Wij lezen een aantal passages in het boek over de Po-vlakte. Ook de schrijvers van het boek hebben, net als wij, ervaren dat er veel boerderijen leegstaan en dat er veel werkeloosheid is en daardoor ook veel armoede. Als wij willen vertrekken en in het Restaurant betalen komt Oliviero mee naar buiten en loopt met ons mee tot aan de weg. Hij wenst ons nog een goede reis en zwaait ons uit tot we achter de kerk uit het zicht verdwenen zijn.





22-04-2015, Fidenza -Medesano

Vandaag laten wij de Po-vlakte voorgoed achter ons en dat betreuren we niet. Een paar km voorbij Fidenza verandert het landschap totaal. Het is ineens heuvelachtig en de natuur laat zich van zijn beste kant zien, alles ziet er fris groen uit en er bloeien veel bloemen. Aan de horizon zien we nu duidelijk de Apenijnen liggen. Er is geen wolkje aan de lucht en zo warm als vandaag hadden we het nog niet. Tijdens de kleine klimmetjes beginnen we behoorlijk te zweten.




Zoektocht

Om 12:00 uur bereiken we onder een brandende zon Castione Marchesi. Wij nuttigen een kopje wandelsmeerolie in de plaatselijke bar en proberen verbinding te maken met het Internet, echter zoals zo vaak zonder resultaat. Wij vervolgen onze tocht door een nog steeds vlak en voor ons weinig inspirerend landschap. Wij lopen langs enorm grote landbouwpercelen. Gelukkig zien we aan de horizon de vage contouren van de Apennijnen opdoemen. Daar verheugen wij ons nu al op. Rond 17:00 uur bereiken we Fidenza. We beginnen onmiddellijk met het zoeken van een slaapplek. Hotels zijn gesloten of vol. Bij de kassa van het museum van de dom van Fidenza geven twee oudere dames ons het dringende advies om naar het klooster San Francesco te gaan. Daar zijn Pelgrims altijd welkom. Het klooster ligt helemaal buiten het centrum. Als we er eindelijk aankomen en aanbellen maakt een broeder (of is het een pater?) de deur open en begint direct met twee handen te zwaaien van nee, nee, nee, ze zijn gesloten voor pelgrims en gaan pas half mei weer open. Als ik vraag of hij een andere mogelijkheid weet waar we kunnen slapen, zegt hij dat we het maar in het Centrum van Fidenza moeten proberen. Dat schiet lekker op, daar komen we net vandaan. Als we vragen om een naam of telefoonnummer van een slaapgelegenheid in het centrum trekt hij zijn schouders op en zegt dat hij die niet heeft. Dit lid van het grondpersoneel van onze Lieve Heer moet nodig een opfriscursus service aan de medemens volgen. Gelukkig is hij een uitzondering en ontmoeten wij onderweg heel veel bijzonder vriendelijke en hulpvaardige mensen. Zoals spoedig weer zal blijken. Als we om 19:00 weer terug lopen naar het centrum en wachten bij een stoplicht. Spreken ons een vrouw en een man aan met de vraag of we op weg zijn naar Rome en een slaapplaats zoeken. Als wij dat bevestigen, zegt de vrouw dat het met hotels in Fidenza niet zo goed gesteld is. Maar geen nood, vlakbij is het klooster San Francesco en daar kunnen we slapen.
Als we zeggen dat we daar net geweest zijn en het klooster gesloten is gaan de vrouw  en de man over in de "Turbostand".
Ze lopen helemaal met ons mee naar het centrum en onderweg vertellen ze vol enthousiasme  dat ze het volgend jaar samen naar Santiago de Compostella willen lopen. Ze laten er geen twijfel over bestaan, pelgrims moeten geholpen worden. Ze rennen met ons straat in straat uit en vragen regelmatig ergens of er nog kamers beschikbaar zijn. Dan is het eindelijk raak, boven een bar met de naam Irish Pub is een kamer vrij. Wij bedanken ons hartelijk bij de zeer behulpzame man en vrouw, maar ze vinden het allemaal van vanzelfsprekend en ze wensen ons nog een goede reis en wij moeten de groeten doen aan ik Pape. Dat beloven we, maar het kan wel even duren.
Om 20:30 schuiven we in de Irish Pub aan voor het Irish Pub diner dat volgens de overdreven druk pratende Italiaanse eigenaar/kok van topklasse is. Wij laten ons verrassen en worden voor de eerste keer tijdens deze wandeltocht, wat eten betreft, zwaar teleurgesteld.
Eigen schuld! Ierse kost valt in Ierland al tegen en in Italië helemaal.
Voor het slapen gaan heeft Anny nog een consult bij blarendokter. De diagnose van de blarendokter is snel duidelijk, er zijn door de 28, 5 km van vandaag 2 blaren bijgekomen. Volgens Anny een bijzonder gunstig resultaat. Volgens de blarendokter komt het totaal aantal blaren nu in aanmerking voor vermelding in het Guinness Book of Records.